Minder vrij door feestdagen omdat je parttimer bent? Dat is verboden onderscheid op grond van arbeidsduur

Een werkgever heeft de plicht ervoor te zorgen dat iedere werknemer, voltijder of deeltijder, gelijk wordt behandeld. Dat staat in artikel 7:648 van het Burgerlijk Wetboek.

Al meer dan eens heeft het College voor de Rechten van de Mens een oordeel gegeven over de vraag hoe het zit bij parttimers als de feestdag op een roostervrije dag of dagdeel valt. De situatie was als volgt:

Werkneemster werkte in deeltijd en haar vaste vrije dagen waren maandag en vrijdag. Elk jaar vielen er drie feestdagen op haar roostervrije dagen (Goede Vrijdag, Paasmaandag en Pinkstermaandag).

Werkneemster verzocht het College voor de Rechten van de Mens te onderzoeken of er (verboden) onderscheid op grond van arbeidsduur bij de arbeidsvoorwaarden werd gemaakt. Zij werd namelijk niet gecompenseerd voor deze drie dagen.

Het College oordeelde dat de werkgever onderscheid maakt op grond van verschil in arbeidsduur. Vervolgens ging het College na of het onderscheid objectief gerechtvaardigd is. Dan is het onderscheid namelijk toegestaan. Maar het antwoord was: nee.

Bovendien is er volgens het College een alternatief voorhanden, waarbij geen dan wel minder onderscheid wordt gemaakt naar arbeidsduur. Dat is het jaarurensysteem. Door middel van een formule wordt een berekening gemaakt op grond waarvan een fulltimer en parttimer naar rato evenveel feestdagen hebben.

Verboden onderscheid naar arbeidsduur dus. Maar het oordeel van het College voor de Rechten van de Mens is niet bindend tussen partijen. Als partijen er in onderling overleg niet uitkomen kan de werknemer zijn zaak aan de rechter voor te leggen. Hoewel de rechter niet gebonden is aan het oordeel van het College van de Rechten van de Mens zal de uitspraak wel gewicht in de schaal leggen.

Vragen over dit onderwerp? Neem contact op met mr Marjan Hoogsteen, advocaat te Ede

Direct contact